dinsdag 29 juni 2010

Een dagje naar het strand.

'Wat zullen we vandaag eens gaan doen?'
'Laten we naar het strand gaan.
'Ja, heerlijk de zon schijnt en er is geen wolkje aan de lucht.
'Dan nemen we broodjes mee en limonade en een paar appeltjes.
'Pak jij de parasol en de handdoeken, dan kunnen we gaan.'
'Waar zullen we gaan zitten?'
'Op hetzelfde plekje als gisteren, dat was zo fijn.'
'Ik zet de parasol wel op, dan kun jij de handdoeken in de schaduw leggen.'

'Het is wel erg warm hè?'
'Ja ik denk wel boven de 30 graden.'
'Ik ga even zwemmen.'
'Het water is wel koud hoor.'
'Als je flink beweegt, dan ben je zo door.'
'Nou ga jij maar, ik blijf wel met mijn voeten in het water staan.'
'Wil je even mijn rug insmeren?'
'Ik ga vandaag maar in de schaduw liggen.'
'Zie je dat jongetje lekker in de golven springen?'
'En die vader is lekker aan het voetballen met dat lekke balletje.'
'De zee komt wel erg ver vandaag.'
'Dat komt omdat het volle maan is.'
'Leg de handdoeken alvast maar wat hoger op het strand anders worden ze straks nat.'
'Ik heb trek in een broodje en een glaasje limonade.'
'Goed, maak jij het blikje sardientjes open, dan snij ik de broodjes.'
'Wat is dat toch lekker hè, zo eten op het strand.'
'Met een lekker zuchtje wind erbij en het zand horen knarsen tussen je tanden.'
'Ik ga een eindje wandelen langs de zee.'
'OK dan doe ik even een oogje dicht.'
'Het zand is heet joh als je een eindje loopt.'
'Nou dan blijf ik hier maar lekker zitten.'
'De meeuwen zijn onrustig, zou er onweer komen?'
'Dat is niet voorspeld, misschien komt het door de warmte.'
'Zal ik een appel schillen?'
'Ja lekker ik begon net dorst te krijgen.'
'Mijn boek is niet zo spannend als ik dacht.'
'De tijdschriften heb ik allemaal uit.'
'Zullen we straks een ijsje halen?'
'Ja lekker een waterijsje.'
'Hoe laat denk je dat het is?'
'Ik denk dat het 5 uur is.'
'Ik zie op mijn horloge dat het al bij zessen is.'
'Wat gaat dat toch snel hè?'
'Ja als je het naar je zin hebt, vliegt de dag voorbij.'
'Zullen we naar het hotel gaan?'
'Nee joh laten we nog even blijven, het wordt net wat koeler.'
'We zullen vannacht wel lekker slapen als je de hele dag in de buitenlucht bent geweest.'
'En zo lekker gezwommen en gewandeld.'
Hoe lang duurt de vakantie nog?'
'We zijn al over de helft.'
'Wat gaan die dagen toch hard hè?'
'Ja voor je het weet zijn we weer op weg naar huis.'
'Vanavond gaan we fijn nog even in een strandtent zitten voor een glaasje fris.'
'En wat gaan we morgen doen?'
'Heerlijk naar het strand toch?'
'Ja dat vind ik een goed idee.'

Geen opmerkingen:

Een reactie posten