vrijdag 25 juni 2010

Haring of sardientjes, wat maakt het uit?

Vandaag is het te warm om buiten te verblijven, daarom brachten we een bezoek aan het plaatselijke museum, dat in een voormalige visverwerkenden fabriek is gehuisvest. Het deed ons erg denken aan de fabriek van Ouwehand, die we ook bezochten toen Vanessa er nog werkte en het bedrijf nog winst maakte. Visvangst was belangrijk voor Portimaõ. Het waren vooral de sardines die het dorp lieten uitgroeien tot een van de belangrijkste productieplaatsen van blikjes sardines in de wereld. Het museum dat we bezochten gaf daarvan een prachtig beeld. De hele vangst begon natuurlijk met de schepen en netten. Die schuiten werden net als in Katwijk door vakkundige timmerlieden gebouwd. Steen-eiken uit de bossen werden -even voor 1900- vissersboten met stoomaandrijving. Men ving de vis met grote netten waarin vele duizenden sardines bijeen werden gedreven en tenslotte aan boord gebracht. Als een schip in aantocht was, werden de mannen en vrouwen van de fabriek opgetrommeld om de vis te verwerken. Onder het toeziend oog van een soort marktmeester werden de vissen in mandjes geschept door kerels die op hun blote voeten tussen de vissen in het ruim stonden. Met een vernuftig kettingen systeem werden de mandjes de fabriek binnen getransporteerd. In de fabriek waren ook allerlei machines die allemaal werden aangedreven door een grote stoommachine. Pompen om regenwater, dat men in kelders verzamelde, op te pompen en daarmee de vis te wassen. Machines om blikjes mee te maken, te bedrukken met mooie plaatjes en natuurlijk stoom om de sardines mee te koken en te roken. Alle bewerkingen werden verder door vrouwen gedaan. Kop van de visjes eraf, op roosters leggen, verder schoonmaken, staart eraf knippen, netjes in een blikje leggen, blikjes stapelen enz. Ze hadden hele zalen vol werkende vrouwen. Moeders wilden ze ook graag in dienst en dus werd er voor een crèche gezorgt. Ook in 1935 dus al en alleen voor het geven van borstvoeding mochten de moeders naar hun kind toe, verder werd alles voor ze gedaan. Het was een interessante tentoonstelling.
De middag was weer voor het strand. Het was windstil en 34 graden. De zee was nog steeds wel wat koud maar ook dat begint te wennen. Je moet wel gaan afkoelen in zee, wil je niet levend verbranden. Op mijn rug (Hans) hangen de vellen er al bij! Zal mij benieuwen wat er van mij over blijft.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten