vrijdag 24 september 2010

Met historisch transport

Zaterdagmorgen: opstaan, net zo vroeg als normaal door de week, kwart voor zeven. De beloofde zon is er nog lang niet, het is nog donker als ik door de gordijntjes gluur. Na een frisse douche, en een boterhammetje rijd ik in de auto om “opa Lies” en Martin op te halen. Samen zoeken we vervolgens een bloemenzaak om nog even frisse, verse bloemen te halen. Met een mooi boeket achterin de auto parkeren we om kwart voor negen in Noordwijkerhout bij een gebouw dat de Flamingo heet, maar ik geloof dat het nog niet af is. Gelijktijdig komen er nog veel meer gemeenteleden aan. Daardoor valt het niet op dat ik nog even een vaas vul met “schoon” slootwater om de bloemen in topconditie te houden. Om negen uur rijden we, als ook Tom door zijn vader gebracht is, met de bus richting Amsterdam. En zoals het vaak gaat, een van de eerste dingen waar we aan denken is een toiletstop. Want bij het horen van de mededeling dat het toilet in de bus verstopt zit, krijg je gelijk het gevoel erg nodig te moeten. Toch nog precies op tijd bereiken we het station van Hoorn. Eerst nemen we een kijkje in de werkplaats van de historische treinen. Daar werkt een tiental enthousiaste vrijwilligers op een zeer rustige en ontspannen manier al jaren aan eenzelfde leidinkje, of voetbankje in een wagon. Petje af, ik zou dat niet kunnen, zoveel geduld! Voor mij zou de kettingzaag erin kunnen en dan gewoon met nieuw spul de zaak opbouwen. Dan ben je in een jaar klaar, kan je lekker rijden met je treintjes. Gelukkig is niet iedereen gelijk en als we de trein in stappen blijken we in coupé 58 als te worden verwelkomd met een fikse punt appeltaart. De koffie komt pas als de trein rijdt, maar ik kan me echt niet bedwingen, de taart ruikt zo lekker en het is al uren geleden dat ik wat heb gegeten, dus bij de eerste stoomfluit is de helft al op. Toch schrik ik mij naar, als daar in de deuropening ineens een zeer strenge conducteur uit grootmoeders tijd staat.
Op het perron leek hij aardig, maar nu is hij als door een wesp gestoken. We moeten stil zijn en ik denk: “ nu zal je het hebben, we mogen vast nog niet eten van de appeltaart”. Maar nee, het gaat over de kinderen. Die moeten door de ouderen worden beschermd als ze op het winderige tussenbalkon gaan staan. Afin, na de schrik krijgen we toch nog een kopje koffie. De donkere regenachtige lucht heeft plaatsgemaakt voor mooie vriendelijke Hollandse wolkenluchten met steeds meer zon. Na een stop in Nibbixwout, een plaatsje waarvan de naam me altijd doet denken aan Nibbit knabbel zoutjes, vervolgen we het spoor door boomgaarden vol met peren en weilanden met “groengraskoeien van Campina”. Dat zijn de koeien die genieten van het buitenleven en daardoor een vollere melk produceren. Het gaat dan om de smaak, want het pak zit altijd even vol.



Dan komt in een stralende zon, Medemblik in zicht. Terwijl we de stoomdamp van de locomotief weghappen, waggelen we door het oude, drukke en o zo gezellige centrum. Het is er loeidruk en ik hoop dat het restaurant nog zo-veel plekjes heeft vrijgehouden. Onze reisleider Jan Pieter stopt plotseling bij een automatiek. Nu houd ik best van een kroketje of een balletje “uit de muur”, maar om nu met de kerkmensen hier op straat allemaal euro’s in de automaat te gaan gooien…., wel bijzonder zou ik zo zeggen. Maar nee, we gaan naar binnen en daar is een heel leuke lunchroom. Het doet me direct aan zo’n Oostenrijkse skihut denken. Heel gezellig, veel mensen en lekker vers eten. Het overtreft alle verwachtingen. Hier is echt op ons gerekend! We zijn welkom, we krijgen binnen 5 minuten allemaal onze maaltijd geserveerd, het ei goed doorbakken, de broodjes vers en de melk koel. Lieve serveersters en een leuk woordje van de eigenaresse Mariska maakt dat we met een volle maag weer op tijd kunnen vertrekken naar de boot. Die ligt op 10 minuutjes lopen van het dorp in het water van het IJsselmeer op ons, en nog 100 mensen, te wachten. Wat heerlijk is het daar, op het dek en in het zonnetje. Omdat hij langs de kust vaart, is er veel te zien. Tientallen zeilbootjes met passagiers die proberen niet om te slaan door aan één kant te hangen. Het lijkt wel erg officieel omdat er allerlei bobo’s in snelle boten bij de zeilbootjes varen en aanwijzingen geven. Nu heb ik er niet veel verstand van, maar als ze allemaal één richting op varen en zich dan verdringen om een boei, dan lijkt het mij een wedstrijd. Ons schip vaart tenslotte een haven bij Enkhuizen in, waar voor miljoenen euro’s, zo verklaren diverse gemeenteleden mij, pleziervaartuigen liggen. Nu houd ik al niet zo van varen, vanwege het geschommel, maar als je daar dan zoveel voor moet betalen en het ligt dan maar aan de kade, nou dan vind ik het een regelrechte verspilling.
Ons schip, dat Friesland heet, legt na een eerste stop bij het openlucht museum (dat wij nog maar een andere keer moeten gaan bezoeken) voor ons aan bij de kermis van Enkhuizen. Wij gaan naar de kaasboer, want die moet ik kennen. Nou als we bij de enige kaaswinkel in Enkhuizen aankomen herken ik de baas direct, het is de ambtenaar van de burgerlijke stand die mijn nichtje heeft getrouwd. Nu, een week later, eet ik nog van de kilo’s kaas die de man aan ons verkoopt. Het is niet een onsje meer, maar een kilo meer. Maar goed, het is gezond. Bij de Action zie je kerkgangers en bij de Blokker en bij de Hema en op het terras en bij het café en in de tassenwinkel en bij de snackbar. We zijn niet met zo velen, maar je ziet ze overal. Tegen vijven zijn we op de afgesproken plaats allemaal weer in blij-de verwachting van de bus. Maar die blijkt een kilometer verder op ons te staan wachten. Na wat bellen kunnen we toch weer een chauffeur begroeten en horen dat het toilet in deze bus goed werkt (maar wel erg stinkt). Ja en dan hoef je al niet meer natuurlijk. In korte tijd staan we weer in Noordwijkerhout. Daar worden we al opgewacht door drie gewaardeerde gemeenteleden van de klasse vrouwelijk schoon. Zij hebben onze tafel al ingewijd en kunnen mij precies vertellen hoe de werkwijze bij dit restaurant is. Ik hap in kikkerbilletjes, grote chinese garnalen, struisvogel- en kippen- en kangoeroevlees. Heerlijk. Anderen zie ik met bitterballen, spiesjes, wokpannetjes en groente. Er is drinken volop en tenslotte drie kleuren ijs, met chinese vruchten en koffie toe. De bloemen hebben het overleefd in de auto en kan ik met een zeeeeer gemeende dank, met lof en enthousiasme voor deze geweldig georganiseerde dag, namens heel de gemeente aanbieden aan de reisleiders die dit alles geregeld hebben. Het was geweldig!