zondag 17 oktober 2010

Stranden

Veel mensen die je spreekt wanneer ze op vakantie gaan, zeggen dat ze wel naar een warm land gaan, maar niet continue aan het strand gaan liggen. Nou wij doen dat ook niet, maar wel veel.
Als je zo de mensen in Nederland om je heen vraagt naar iets waar ze van dromen, dan noemen ze heel vaak een bounty-strand met palmbomen. Nou wij vinden ze, die stranden, niet in het caraïbisch gebied, maar in Portugal. En het is heerlijk, zoals ook deze vakantie en zeker als het elke dag mooi weer is. Als je ziet, hoeveel stranden we deze vakantie al bezocht hebben!



 Het strand bij Monte Gordo, waar we bikini en zwembroek kochten. Overvaren bij Tavira waar je vervolgens na enorm lange tegelpaden een superstil strand vond zonder een levende ziel, het strand bij Santa Luzia de Tavira waar het treintje reed.
 Het strand van Quarteira dat volgens de folders erg mondain zou zijn maar in onze ogen een louche en onveilig karakter had.
Het strand bij Praia da Rocha, waar ons hotel staat. Het strand van Pera, het strand van Oura vlak bij Albufeira. Een dagje Lagos kan niet zonder het Praia Meie, het grote lange strand van de zeevarende natie Portugal. En dan het strand van Luz en het strand van Cordoama aan de Atlantische kust.
Nu kun je je afvragen, waar is het de mooiste kust. Nou, daar is geen antwoord op. Het is leuk om lekker uit de wind, beschut te zitten. Maar het is ook leuk om achter je rug wat bedrijvigheid van wat kleine restaurantjes (strandtenten) te hebben. Of rondom in enorme gebieden van ongerepte natuur (reservaten) een groot verlaten strand te vinden of de Atlantische Oceaan die van helder blauw, bulderend over gaat in prachtig witte golven met als achtergrond een diepblauwe lucht.
 Is het niet schattig om, nadat je hebt liggen zonnen, nog een ijsje te eten op een boulevard en te kijken naar de ondergaande zon? Het is zo verschillend, echt, en we vinden het allemaal mooi, avontuurlijk en telkens weer anders. Gelukkig zijn er ook veel mensen die van de bossen houden of van het bezoeken van steden. Die komen we dan alleen in Nederland tegen. Maar hier hebben we nu nog twee dagen te gaan, het zal mij benieuwen waar we nog terecht komen.

zaterdag 16 oktober 2010

Elke dag zon

Nu we uit het oosten van de Algarve weer in het westen zijn aangekomen schijnt de zon aan een blauwe hemel zonder een wolkje in de lucht.
Het leven lijkt dan ook meteen zo eenvoudig. Je hebt niet veel nodig om te genieten van elke nieuwe vakantiedag. Het hotel Da Rocha is erg strak ingericht. De wanden van de kamer zijn voor het grootste deel met dik melkglas bedekt. Aan één wand hangt een keukenblad van rood granito met twee keramische kookplaten en een spoelbak erin. Daaronder zijn zilverkleurige en witte kastjes gemaakt waarin een magnetron en een koelkast verstopt zitten.

Het is niet de bedoeling dat je echt gaat koken, want er staat alleen maar een minimelkpannetje in het keukenkasje. Dus het maken van koffie of thee is nog wel te doen. Een ei koken lukt ook nog wel, maar een pannetje soep maken wordt al een hele toer. Ik ga het maar niet proberen. Tenslotte zorgt het hotel voor een heerlijk ontbijt en 's avonds zoeken we wel een tentje op voor een warme maaltijd.
Het brede strand van Praia da Rocha ligt vlak voor het hotel. 's Ochtends wordt het zand door een tractor helemaal glad gestreken, zodat de badgasten hun handdoekje netjes neer kunnen leggen. Er zijn in deze tijd van het jaar niet zo veel mensen die op het strand gaan liggen, de meeste zijn aan het wandelen langs de vloedlijn.
's Avonds zien we vanaf ons balkon de vissersboten op zee bezig met hun felle lampen de netten vol te krijgen met sardientjes. Overdag liggen de boten dan werkloos op het strand. De restaurantjes roosteren de visjes waar je bij staat en krijg je ze met wat sla en een gepofte aardappel op je bordje. Voor ons lunchpakketje op het strand kopen we de sardientjes gewoon in blik bij de supermarkt. Een vers broodje en een glaasje melk en je zit je vingers erbij af te likken! De dagtemperatuur is zo rond de 23°, hoewel het veel warmer lijkt als je op het strand in de zon ligt te bakken. Een flinke fles zonnebrandolie is dan geen overbodige luxe.
Deze keer hebben we op beide vakantieadressen de beschikking over een internetaansluiting. We kijken dus 's avonds gewoon naar het Nederlandse journaal en zien dat de nieuwe regering Rutte beëdigd is. Ook onze e-mail, zowel zakelijk als privê, houdt ons helemaal bij de tijd. Af en toe een telefoontje naar Zoetermeer en dan zijn ze daar ook weer tevreden. De ouders in Katwijk en Vlaardingen vertellen ons de laatste bijzonderheden over de familie, want dat willen we natuurlijk niet missen. Zo houden we het wel een paar maanden uit hier.
Maar de werkelijkheid is anders. Nog even en de zorgen van alledag komen weer als vanzelf op ons af.

Natuurlijk zijn we heerlijk uitgerust van deze korte vakantie en kunnen we er weer volop tegenaan. De kunst is om ook in het dagelijks leven de juiste balans te vinden met de tijd om te werken en vrij te zijn, maar om daarnaast toch te doen wat er van ons gevraagd wordt .

vrijdag 15 oktober 2010

Wandelen naar het eiland





We hebben ons voorgenomen om minstens een dag, in deze korte vakantie te gaan wandelen. We hebben dit jaar zelf een boekje aangeschaft en kiezen een wandeling in de omgeving. We gaan niet de hele wandeling doen omdat die te ver uit de buurt begint en toch al niet bij het beginpunt weer uitkomt. We gaan het tweede deel doen en dan naar het eiland voor de kust oversteken (weer een ander eiland als aan het begin van de week). We zetten de auto bij het eindpunt van de route neer, een pittoresk stationnetje en gaan de wandeling achterste voren lopen.

Zelf lopen we wel met ons gezicht vooruit natuurlijk. Nou zijn die routes al niet zo best aangegeven, maar als je zo loopt als wij, zoek je je helemaal een slag in de rondte. Boomgaard na boomgaard, huis na huis en hek na hek. Linksom, of zou het rechtsom zijn? Het weer is licht bewolkt geworden maar de zon brandt op onze neuzen en het is ruim 24 graden.
Eindelijk vinden we de juiste weg. Dat loopt toch gelijk wat meer ontspannen. Je komt trouwens niemand tegen onderweg. Wel zien we prachtige granaatappels hangen. De eerste pluk zullen we maar zeggen, tref ik de volgende morgen, geperst met de sinaasappels uit de boomgaard, in een glaasje bij het ontbijt. En dan, na twee uur wandelen staan we plotseling in een vakantiedorp (Pedras del Rei). Mooie huisjes en prachtig groen gras. Daar begint ook het asfalt weer en na een kilometer staan we bij het water dat ons van het eiland scheidt. Er is een brug, zoals al op het internet te zien was. Hoewel dit niet bij de wandeling uit het boekje hoort, gaan we naar de overkant. Het is, alweer volgens internet, twee kilometer lopen naar het strand via een smal pad langs een spoorbaantje. De brug is gebouwd over een aantal kleine bootjes en schommelt aardig heen en weer. Het is laag water dus overal om ons heen zie je een afwisseling van modder en droge stukjes land. 
Plotseling worden we ingehaald door de (diesel) locomotief van Valkenburg (bij Katwijk in de buurt). Je kunt dus echt nog gebruik maken van de rails die er liggen. Maar voor een euro per persoon per rit, lopen we die twee kilometer wel. Aan het einde van het pad komen we bij een hele rij restaurantjes, de duinen en het strand. Omdat we vreselijke trek hebben gekregen duiken we een soort skihutrestaurant in. Met een flink bord patat en wat worsten, gaan we in het flauw geworden zonnetje zitten. Maar nog geen vijf minuten later moeten we onder een afdak plaatsnemen omdat het gaat regenen. Het wordt ook nog eens koud! Daar hadden we in het geheel geen rekening mee gehouden. Maar na een half uurtje schijnt de zon weer en gaan we tussen de duintjes op het strand liggen. De vermoeidheid is toegeslagen en in het warme zonnetje slaap je zomaar een gat in de middag. Om vijf uur moet er maar een eind aan komen en aanvaarden we de terugreis. We kiezen nu voor de snelste route van tomtom zodat we op de doorgaande hoofdweg komen te lopen, want de donkere wolken aan de horizon voorspellen niet veel goeds. Je mag er 90 km per uur racen en er is een soort fietspad op het asfalt aangegeven. Het lijkt levensgevaarlijk maar na een paar kilometer went het wel.
Toch zorgen we ervoor dat we snel via dorpsstraatjes komen te lopen, ook al omdat we het opvouwbare parapluutje moesten ontvouwen voor wat gespetter. Met in totaal 15 km in de natte schoenen komen we bij onze auto aan. Op weg naar huis besluiten we nog even naar de Lidl te gaan. Eenmaal binnen horen we dat het nu goed is gaan regenen. En ja hoor, met wat sla en uien in de hand zien we buiten gekomen dat een aantal auto's tot hun assen, ja zelfs tot halverwege hun portieren in het water staan. Het hoost verschrikkelijk. Onderweg zie je complete watervallen, putdeksels waar het water uit naar boven komt en enorme modderstromen. Eenmaal bij het huis aangekomen wordt het wat minder en na een uurtje is het over.
De lucht klaart op en we kunnen de heerlijk frisse avondlucht alweer opsnuiven als we het journaal vanuit Nederland hebben gezien.  

woensdag 13 oktober 2010

Niet naar Spanje

Omdat het elke dag toch wat bewolkt is en we dus niet de hele dag op het strand kunnen verblijven, besluiten we om vandaag met de auto naar Sevilla in Spanje te rijden. Op de A22 kunnen we met een vaart van 120 km per uur zo bij de grens zijn en dan is het nog 150 km naar Sevilla. Maar de lucht is wel erg blauw en er staan steeds bordjes met  'praia'  langs de weg. 'We kunnen ook naar het strand gaan hoor'. 'Ja, dat lijkt mij ook, dan gaan we vanmiddag wel even de grens over naar Spanje.'
We nemen de eerste de beste afslag naar het strand en komen terecht in Monte Gordo. We hebben geen badkleding bij ons, dus we moeten wel eerst langs een winkeltje met goedkope spullen om zoiets uit te zoeken. Hans heeft toch nog een soort grote zwembroek nodig voor de afspraak dat hij gaat bodyboarden in Zoetermeer en ik heb nooit teveel bikini's, daar kan er nog wel één bij. De Indiase jongens staan te vervelen voor hun winkeltjes en zijn blij als zich twee klanten aandienen die ook nog wat willen kopen in plaats van alleen maar kijken. De jongen wil Hans een zeer strak zwemslipje aansmeren (iets voor jochies van 5 jaar) dat hij na veel gewacht bij zijn buurman heeft gehaald. Wij hebben allang uit het eerste rek een flinke kleurige katoenen broek geplukt die zo op het oog goed zal passen. De afwerking is geen wonder van nauwkeurigheid, maar voor vijf euro mag je toch wel zelf de overtollige draden afknippen?

Bij de volgende winkel die gespecialiseerd is in damesspullen heeft de eigenaar binnen een paar seconden wel twee aardige bikini's te voorschijn gehaald. Ik kies voor de zwart-wit geblokte met jaren zeventig ruches. 'k Heb nog nooit zo snel beslist over een kledingstuk en dan ook nog zonder te passen....
Monte Gordo is een bolwerk van Nederlandse toeristen. Bij de terrasjes staan eerst een rij scootmobielen geparkeerd en vervolgens zitten goed doorvoede Hollanders met veel te bruine hoofden onder het genot van flinke glazen bier op luidruchtige toon de verhoging van de ziektekostenpremie te bespreken. 'Het is een schande dat de Ohra de rollator niet meer vergoedt.' 'Die regering moet al het geld weer bij de gewone man weghalen.' 'Het gaat allemaal over onze rug, boeven zijn het, die lui in Den Haag!'

We lopen snel door en drinken beschaamd een kopje koffie bij de strandtent met de minste klandizie, het is heerlijke koffie voor een euro per bakje.
Het strand is heel breed en prachtig schoon. Als je wat verder loopt zijn er lage duinen, begroeid met helm. Het lijkt net de Hollandse kust. In de verte moet de rivier de Guadiana liggen die de grens vormt tussen Portugal en Spanje. Het lijkt erop of je de afstand naar de rivier kunt lopen, maar dat lukt me niet. 's Middags gaan we met de auto naar Vila Real de Santo Antonio, de stad op het meest oostelijke puntje van de zuidkust waar de ferry naar Spanje ligt. Er blijkt een grote jaarmarkt met kermis aan de gang te zijn. Het is een drukte van belang met vaders en moeders met hun kinderen in kinderwagens of huppelend aan de hand. Oud en jong eet voornamelijk veel 'churros', dit zijn een soort gefrituurde slangen die in allerlei formaten worden geproduceerd door kermisklanten boven hete frituurpannen. Langs de haven staan honderden meters lange rijen met marktkramen.

 De luid schreeuwende kooplui bieden bergen met sokken aan, stapels borden in namaak Wedgwooddesign, messen, vijlen, bijlen, pannen, horloges, kettingen, vloerkleden, vogeltjes in mooie kleuren of in het grijs en zelfs een zinken emmer met een douchekop onder de bodem die met een ruk aan een stang dienst doet als volwaardige douche.

Het is zò gezellig hier dat we besluiten om de ferry zonder ons naar Spanje te laten gaan. Wij trekken het stadje in en mengen ons met de plaatselijke bevolking. We eten bijzondere visgerechten op een druk terras in een oud straatje, dat vol staat met de rook van een kastanjepoffend echtpaar. Het is al laat als we de auto opzoeken en weer terug rijden naar Tavira.

dinsdag 12 oktober 2010

Over de lagune

Om de omgeving te gaan bekijken nemen we de auto, want we hebben het idee dat we nogal buiten de bebouwde kom zitten met ons vakantieadres. Langs boomgaarden en landerijen komen we allereerst bij een havenplaatsje dat Santa Luzia de Tavira heet. Vissers zijn druk in de weer om hun netten met gevangen vis uit de bootjes op de kade te krijgen. De meeuwen doen hier goede zaken als het om voedsel gaat. In de stad Tavira zetten we de auto bij het politiebureau en gaan te voet verder. Hier komen we bij een grote en moderne markthal, waar de plaatselijke bevolking hun producten kan verkopen. Het is prachtig om al die groenten en dat fruit uitgestald te zien liggen. Van veel soorten weten we niet eens wat het is. Het assortiment aan vruchten is duidelijk anders nu we hier in oktober zijn dan in juni. De aardbeien en kersen hebben plaats gemaakt voor de pompoenen en granaatappels. De tomaten en radijsjes hebben een enorme omvang, net als sommige erg zwarte aardappels. De visboeren hebben ook buitenmodellen in de aanbieding. Enorme vissen met hun bek wijd opengesperd en krabben die nog flink rondspartelen in een bak met een laag zout water.Buiten de markthal aan de randen van het gebouw zitten aparte winkeltjes met brood, vlees en aardewerk en zo. En altijd zitten er oude mensen koffie te drinken en te kletsen op de bankjes buiten. Toch is dit niet het centrum van de stad. Dat ligt een stuk verderop, waar de bruggen over de rivier liggen. Eén brug is heel oud en bijzonder.


Het is een stenen brug met bogen waar op acht plaatsen aan beide zijden  een soort balkon met stenen banken gemaakt is. Vanaf hier kun je de vele vissen zien zwemmen in het water, dat nu nog heel laag staat, maar dat vanmiddag onder invloed van het getij flink zal opkomen . Op één van die uitbouwtjes zit een keurige man met een elektrische gitaar en een geluidsbox. Uit de luidspreker komt een ritmisch deuntje en hij speelt er zelf een melodie bij. Nummers van Brel en Adamo, heerlijk om naar te luisteren op deze romantische plek.



Het strand van Tavira ligt achter de lagune op een eiland. Daar kun je dus niet zomaar met de auto naartoe. 

Er vaart elk uur een soort omgebouwde vissersboot met houten banken voor de passagiers naar de overkant. Het eiland heeft dan wel weer een camping en wat vakantiehuisjes en natuurlijk  tientallen hamburgerrestaurants, die 's zomers waarschijnlijk erg vol zijn, maar waar nu de obers verveeld hun sigaretje staan te roken. Het strand is prachtig. Veel goudgeel zand en helder water in grote golven. Om een uur of vier trekken grote zwarte wolken van het land naar de kust. Net als we uit het pontje stappen begint het te hozen. We rijden snel naar de grote supermarkt Continente om de boodschappen voor de warme maaltijd te kopen en rijden dan door naar de villa om er achter de glazen deuren naar de overvloedige neerslag te kunnen kijken. 


Wel erg nat

De hele week is het al mooi weer in Nederland. Ook als we vertrekken vanaf Zestienhoven zitten we nog even op het buitenterras voordat we door de douane gaan op weg naar Portugal. Er blijkt een vertraging van veertig minuten te zijn omdat het toestel niet op tijd uit Barcelona is vertrokken. Dat had bij ons al argwaan moeten wekken, maar optimisten als we zijn, zoeken we een mooi plaatsje op en komen onze tijd wel op een aangename manier door. Zoals altijd als we naar Faro vliegen, nemen we een supersandwich terwijl we naar een voorspelbare romantische film kijken met Jennifer Lopez. Zo gaat de tijd heel snel en na bijna drie uur vliegen naderen we de luchthaven. Er is veel turbulentie, we schudden dan weer naar links of rechts, dan weer zakken we een stuk naar beneden. Dat is ook de bedoeling natuurlijk als je tenminste wil landen. Alleen het duurt nu al een half uur dat we met het dalen bezig zijn. Het lijkt er eindelijkop dat we het landingsgestel horen uitklappen. Gelukkig dan zijn we er bijna. Ik wordt echt een beetje misselijk van dat geschommel. Als we vlak boven de landingsbaan vliegen trekt de piloot met een flinke ruk weer op en we gaan weer de hoogte in. Hij zegt door de omroepinstallatie dat het flink is gaan regenen in de Algarve en dat het niet mogelijk was om te landen op de natte landingbaan en de felle zijwind. We gaan een paar rondjes vliegen en komen dan weer in aanmerking om het nog eens te proberen, misschien gaat de regen al afnemen. De tweede poging lukt ook niet en we vliegen nu meteen een heel stuk verder door.
Hans vermoedt dat we richting Sevilla in Spanje vliegen en dat blijkt ook zo te zijn. Er is niet genoeg brandstof aanwezig om een derde poging te wagen en daarom moeten we eerst bijtanken in Sevilla. We staan daar na een half uurtje vliegen heel vlotjes op de grond of er nooit een probleem geweest is. We moeten allemaal netjes op onze stoel bljven zitten. Voor sommigen wordt de spannig te veel. De stewardes moet veel moeite doen om mensen op hun gemak te stellen. Na en goed uur klinkt er en opgelucht applaus als we met een flinke dreun op de Portugese bodem terecht komen. Gelukkig wel op de banden van het landingsgestel. Het regent nog steeds behoorlijk hard en de totale vertraging is toch nog opgelopen tot drie uur.

Met de huurauto (en Mitsubishi Colt) rijden we naar het landgoed Patarinho in Almiranta Tavira. De beheerder hebben we al gebeld om onze verlate aankomst door te geven en hij verwelkomt ons met een prachtig apartement en een pakket boodschappen om een snelle maaltijd mee klaar te maken. Wij drinken eerst een heerlijk kopje thee met de Marsen die Pa Peereboom nog heeft meegegeven en gaan dan de spullen uitpakken. Morgen gaan we de omgeving wel bekijken, het is nu te donker.
Het huis bestaat uit acht apartementen, waarvan wij er één op de begane grond hebben met een groot terras en uitzicht op het zwembad. Ons apartement is eigenlijk één grote hoge ruimte waar een keuken en slaapgedeelte in geplaatst zijn. De badkamer is wel afgesloten met een deur. De drie wanden die aan het terras grenzen zijn met glazen schuifdeuren te openen. Het is net of je buiten leeft in dit huis. Achter de villa staat een boomgaard met sinaasappel- en mandarijnenbomen, die vol hangen met groene en oranje vruchten. Ons eerste ontbijt eten we in de ochtendzon op het terras in gezelschap van een opdringerige witte kat en een grote zwarte waakhond die samen met een grijs keffertje veel lawaai kan maken. Dat zal dan ook wel de bedoeling zijn op dit paradijselijke plekje. Hier is het heerlijk toeven!

vrijdag 24 september 2010

Met historisch transport

Zaterdagmorgen: opstaan, net zo vroeg als normaal door de week, kwart voor zeven. De beloofde zon is er nog lang niet, het is nog donker als ik door de gordijntjes gluur. Na een frisse douche, en een boterhammetje rijd ik in de auto om “opa Lies” en Martin op te halen. Samen zoeken we vervolgens een bloemenzaak om nog even frisse, verse bloemen te halen. Met een mooi boeket achterin de auto parkeren we om kwart voor negen in Noordwijkerhout bij een gebouw dat de Flamingo heet, maar ik geloof dat het nog niet af is. Gelijktijdig komen er nog veel meer gemeenteleden aan. Daardoor valt het niet op dat ik nog even een vaas vul met “schoon” slootwater om de bloemen in topconditie te houden. Om negen uur rijden we, als ook Tom door zijn vader gebracht is, met de bus richting Amsterdam. En zoals het vaak gaat, een van de eerste dingen waar we aan denken is een toiletstop. Want bij het horen van de mededeling dat het toilet in de bus verstopt zit, krijg je gelijk het gevoel erg nodig te moeten. Toch nog precies op tijd bereiken we het station van Hoorn. Eerst nemen we een kijkje in de werkplaats van de historische treinen. Daar werkt een tiental enthousiaste vrijwilligers op een zeer rustige en ontspannen manier al jaren aan eenzelfde leidinkje, of voetbankje in een wagon. Petje af, ik zou dat niet kunnen, zoveel geduld! Voor mij zou de kettingzaag erin kunnen en dan gewoon met nieuw spul de zaak opbouwen. Dan ben je in een jaar klaar, kan je lekker rijden met je treintjes. Gelukkig is niet iedereen gelijk en als we de trein in stappen blijken we in coupé 58 als te worden verwelkomd met een fikse punt appeltaart. De koffie komt pas als de trein rijdt, maar ik kan me echt niet bedwingen, de taart ruikt zo lekker en het is al uren geleden dat ik wat heb gegeten, dus bij de eerste stoomfluit is de helft al op. Toch schrik ik mij naar, als daar in de deuropening ineens een zeer strenge conducteur uit grootmoeders tijd staat.
Op het perron leek hij aardig, maar nu is hij als door een wesp gestoken. We moeten stil zijn en ik denk: “ nu zal je het hebben, we mogen vast nog niet eten van de appeltaart”. Maar nee, het gaat over de kinderen. Die moeten door de ouderen worden beschermd als ze op het winderige tussenbalkon gaan staan. Afin, na de schrik krijgen we toch nog een kopje koffie. De donkere regenachtige lucht heeft plaatsgemaakt voor mooie vriendelijke Hollandse wolkenluchten met steeds meer zon. Na een stop in Nibbixwout, een plaatsje waarvan de naam me altijd doet denken aan Nibbit knabbel zoutjes, vervolgen we het spoor door boomgaarden vol met peren en weilanden met “groengraskoeien van Campina”. Dat zijn de koeien die genieten van het buitenleven en daardoor een vollere melk produceren. Het gaat dan om de smaak, want het pak zit altijd even vol.



Dan komt in een stralende zon, Medemblik in zicht. Terwijl we de stoomdamp van de locomotief weghappen, waggelen we door het oude, drukke en o zo gezellige centrum. Het is er loeidruk en ik hoop dat het restaurant nog zo-veel plekjes heeft vrijgehouden. Onze reisleider Jan Pieter stopt plotseling bij een automatiek. Nu houd ik best van een kroketje of een balletje “uit de muur”, maar om nu met de kerkmensen hier op straat allemaal euro’s in de automaat te gaan gooien…., wel bijzonder zou ik zo zeggen. Maar nee, we gaan naar binnen en daar is een heel leuke lunchroom. Het doet me direct aan zo’n Oostenrijkse skihut denken. Heel gezellig, veel mensen en lekker vers eten. Het overtreft alle verwachtingen. Hier is echt op ons gerekend! We zijn welkom, we krijgen binnen 5 minuten allemaal onze maaltijd geserveerd, het ei goed doorbakken, de broodjes vers en de melk koel. Lieve serveersters en een leuk woordje van de eigenaresse Mariska maakt dat we met een volle maag weer op tijd kunnen vertrekken naar de boot. Die ligt op 10 minuutjes lopen van het dorp in het water van het IJsselmeer op ons, en nog 100 mensen, te wachten. Wat heerlijk is het daar, op het dek en in het zonnetje. Omdat hij langs de kust vaart, is er veel te zien. Tientallen zeilbootjes met passagiers die proberen niet om te slaan door aan één kant te hangen. Het lijkt wel erg officieel omdat er allerlei bobo’s in snelle boten bij de zeilbootjes varen en aanwijzingen geven. Nu heb ik er niet veel verstand van, maar als ze allemaal één richting op varen en zich dan verdringen om een boei, dan lijkt het mij een wedstrijd. Ons schip vaart tenslotte een haven bij Enkhuizen in, waar voor miljoenen euro’s, zo verklaren diverse gemeenteleden mij, pleziervaartuigen liggen. Nu houd ik al niet zo van varen, vanwege het geschommel, maar als je daar dan zoveel voor moet betalen en het ligt dan maar aan de kade, nou dan vind ik het een regelrechte verspilling.
Ons schip, dat Friesland heet, legt na een eerste stop bij het openlucht museum (dat wij nog maar een andere keer moeten gaan bezoeken) voor ons aan bij de kermis van Enkhuizen. Wij gaan naar de kaasboer, want die moet ik kennen. Nou als we bij de enige kaaswinkel in Enkhuizen aankomen herken ik de baas direct, het is de ambtenaar van de burgerlijke stand die mijn nichtje heeft getrouwd. Nu, een week later, eet ik nog van de kilo’s kaas die de man aan ons verkoopt. Het is niet een onsje meer, maar een kilo meer. Maar goed, het is gezond. Bij de Action zie je kerkgangers en bij de Blokker en bij de Hema en op het terras en bij het café en in de tassenwinkel en bij de snackbar. We zijn niet met zo velen, maar je ziet ze overal. Tegen vijven zijn we op de afgesproken plaats allemaal weer in blij-de verwachting van de bus. Maar die blijkt een kilometer verder op ons te staan wachten. Na wat bellen kunnen we toch weer een chauffeur begroeten en horen dat het toilet in deze bus goed werkt (maar wel erg stinkt). Ja en dan hoef je al niet meer natuurlijk. In korte tijd staan we weer in Noordwijkerhout. Daar worden we al opgewacht door drie gewaardeerde gemeenteleden van de klasse vrouwelijk schoon. Zij hebben onze tafel al ingewijd en kunnen mij precies vertellen hoe de werkwijze bij dit restaurant is. Ik hap in kikkerbilletjes, grote chinese garnalen, struisvogel- en kippen- en kangoeroevlees. Heerlijk. Anderen zie ik met bitterballen, spiesjes, wokpannetjes en groente. Er is drinken volop en tenslotte drie kleuren ijs, met chinese vruchten en koffie toe. De bloemen hebben het overleefd in de auto en kan ik met een zeeeeer gemeende dank, met lof en enthousiasme voor deze geweldig georganiseerde dag, namens heel de gemeente aanbieden aan de reisleiders die dit alles geregeld hebben. Het was geweldig!



donderdag 22 juli 2010

Met nieuwe ogen.

Dan woon je al bijna 25 jaar in je eigen vertrouwde huis en opeens ga je er anders naar kijken. Dat komt zo. We staan buiten voor ons huis en er komt een grote cabrio aanrijden met twee vrouwen erin die duidelijk ergens naar op zoek zijn. Ze stoppen bij ons huis en kijken ons onzeker aan. "Ik heb hier vroeger gewoond en wil alleen even door de straat rijden om te kijken of alles nog is zoals vroeger", zegt een blonde vrouw. "Ben jij dan Diana?", antwoord ik meteen. "Weet u dat dan nog?" Ja haar vergeet je niet zo gauw. Toen wij in 1985 op zoek waren naar een huis aan zee, hebben we er maar één bekeken en dat was het huis waarin we nu wonen. Het stond toen al twee jaar te koop en Diana's vader, die op de grote vaart was, had in Spanje al een huis voor zijn gezin en wilde er graag van af. Maar Diana die toen 19 jaar oud was, leefde er samen met haar vriendje. Het was een wild leven in dat huis. Elke dag feesten met veel vrienden en slapen met matrassen op de grond. Het was een bende. Alles kon daar. Toen wij kwamen kijken vond zij dat helemaal niet leuk. Wij keken door de rommel heen en zagen een degelijk, goedgebouwd huis met een hoop ruimte en wilden het graag kopen. Na een korte onderhandeling met haar vader is dat ook gelukt. Binnen een paar maanden hebben wij toen ons eigen huis verkocht en zijn we hier in getrokken. Diana's relatie bleek toen ook al over en zij ging bij haar ouders in Spanje wonen.
"Wil je soms even binnen kijken?", doe ik heel uitnodigend. Haar vriendin zegt: "Ga maar Diana, dat is goed voor de verwerking". "Misschien word ik wel sentimenteel, ik ben namelijk sinds een jaar weer terug in Nederland en heb de afgelopen zeven maanden weer een relatie gehad met dat vriendje, waar ik toen hier mee leefde. Maar dat is nu echt over. Ik wil graag even kijken hoe mijn jeugd hier geweest is". Ze loopt als een jonge hond door het huis en doet alsof het nog van haar is. De garage, waar nog de werkbank van haar vader staat. De tuinkamer, waar ze samen met haar zusje en de buurjongens vroeger bij een strenge winter de vloer met water bespoten en 's nachts de deur open lieten staan zodat ze de volgende morgen konden schaatsen in de kamer. De woonkamer, waar het granol vroeger duimendik op de muren zat en nu een strak geplamuurde wand zit. De keuken, het domein van haar moeder, die graag pittige gerechten maakte. Diana lustte die niet maar moest ze toch eten en ze werd net zo lang met haar bordje in het toilet gezet tot ze het op had. De slaapkamers, waar haar zusje elke nacht bij haar moeder in bed sliep totdat haar vader weer voor zes maanden terug kwam van de grote vaart. De zolder, waar de schommel hing en de verkleedkleren lagen. Zij verkleedde zich graag als majorette en liep buiten te marcheren in haar kortste rokje, met laarsjes aan en een stok in haar hand. Ze weet nog dat de buren dan op het balkon stonden te lachen om haar rare kunsten. Als ze het hele huis in zich opgenomen heeft en weer veel herinneringen naar boven gekomen zijn, wordt het een beetje ongemakkelijk. Er is toch wel veel veranderd. In de tijd dat wij er wonen hebben we overal wel wat verbouwd en anders gemaakt. Er zijn in die tijd weer twee jongens opgegroeid die ook hun herinneringen hier hebben, maar dan met treintjes, computergames, voetballen in de kamer, tenten bouwen en hout zagen. Zo heeft een huis veel te vertellen en aan ieder weer een ander verhaal. Diana kan weer verder. Met de belofte dat ze haar oude vader ook een keer meeneemt, als dat mag, vertrekt ze weer. Haar gedachten zullen nog wel even doorgaan.

vrijdag 2 juli 2010

De laatste dag van de vakantie

De koffers staan al ingepakt. Dat hebben we gisteravond al gedaan, nadat we nog wat cadeautjes en starters voor de tl-buis ingeslagen hadden in Portimão. We dineren met pannenkoeken en rosé op het warme balkon. De toetjes moeten ook op, dus we eten lekker door van de kersen, de ananas, yoghurt en bananen. Als dat geen vitaminestoot is! De auto heeft het deze vakntie zwaar te verduren gehad en ziet er stoffig en afgeleefd uit. We rijden ermee naar een autowasserette. Het eerste apparaat dat we daar zien is een automaat om huisdieren te wassen! We rijden maar door naar een echte autowasstraat en gooien een euro in de gleuf. Meteen gaat een hogedrukspuit zeepwater spuiten. Zeker 60 seconden lang wordt het stoffige autootje lekker ingezeept en opgespoten. We weten alleen niet hoe je vervolgens het schuim weer met gewoon water eraf kan krijgen. Dus met grote witte zeepdruppels en vlekken komen we weer in de parkeergarage van het hotel aan. Dat moet morgen maar aangepakt worden met een teiltje water en een vaatdoekje.
Al vroeg rijden we naar het strand van Faro, dat in een smalle strook vlakbij het vliegveld ligt. Het bestaat eigenlijk maar uit één straat met restaurantjes en vakantiehuizen en een stuk strand met grof zand dat ook nog eens hellend in zee uitloopt. Toch is het heerlijk om nog even van de laatste zon te genieten, voordat we ons vanmiddag klaar maken om weer naar Nederland te vliegen.
Tussen de middag gaan we op zoek naar een strandtent waar ze broodjes verkopen, want onze eigen broodjes hebben we vandaag niet kunnen inslaan. Ook al lopen we rond met twee potten jam en een bakje paté, je hebt echt een bakker of supermarkt nodig om aan broodjes te komen. We vinden een huismoeder die de strandtent erbij doet. Ze ziet ons graag komen en maakt twee dikke boterhammen met kaas en ham klaar en perst vier sinaasappels uit. Op de parkeerplaats bij de auto ruilen we onze strandkleding om voor nette reiskleding en we gaan op weg naar het vliegveld. Bij Avis leveren we de auto in, maar er is niemand om de sleutels aan af te geven. Er komt gelukkig een jongen van Avis net op dat moment een auto neerzetten voor een klant en hij zegt dat al het Avispersoneel een dag je uit is. De sleutels moeten we maar bij de balie leggen en dan is het goed.
Hetvliegtuig van TAP Air is maar halfvol. We vliegen eerst naar Lissabon en vandaar met een overstap naar Amsterdam. We missen bijna het vliegtuig omdat we in Lissabon een beetje aan het shoppen zijn en niet doorhebben dat we ook nog met een buslading passagiers naar het toestel gebracht moeten worden. Verder is het een rustige vlucht en komen rond middernacht aan op Schiphol.

dinsdag 29 juni 2010

Een dagje naar het strand.

'Wat zullen we vandaag eens gaan doen?'
'Laten we naar het strand gaan.
'Ja, heerlijk de zon schijnt en er is geen wolkje aan de lucht.
'Dan nemen we broodjes mee en limonade en een paar appeltjes.
'Pak jij de parasol en de handdoeken, dan kunnen we gaan.'
'Waar zullen we gaan zitten?'
'Op hetzelfde plekje als gisteren, dat was zo fijn.'
'Ik zet de parasol wel op, dan kun jij de handdoeken in de schaduw leggen.'

'Het is wel erg warm hè?'
'Ja ik denk wel boven de 30 graden.'
'Ik ga even zwemmen.'
'Het water is wel koud hoor.'
'Als je flink beweegt, dan ben je zo door.'
'Nou ga jij maar, ik blijf wel met mijn voeten in het water staan.'
'Wil je even mijn rug insmeren?'
'Ik ga vandaag maar in de schaduw liggen.'
'Zie je dat jongetje lekker in de golven springen?'
'En die vader is lekker aan het voetballen met dat lekke balletje.'
'De zee komt wel erg ver vandaag.'
'Dat komt omdat het volle maan is.'
'Leg de handdoeken alvast maar wat hoger op het strand anders worden ze straks nat.'
'Ik heb trek in een broodje en een glaasje limonade.'
'Goed, maak jij het blikje sardientjes open, dan snij ik de broodjes.'
'Wat is dat toch lekker hè, zo eten op het strand.'
'Met een lekker zuchtje wind erbij en het zand horen knarsen tussen je tanden.'
'Ik ga een eindje wandelen langs de zee.'
'OK dan doe ik even een oogje dicht.'
'Het zand is heet joh als je een eindje loopt.'
'Nou dan blijf ik hier maar lekker zitten.'
'De meeuwen zijn onrustig, zou er onweer komen?'
'Dat is niet voorspeld, misschien komt het door de warmte.'
'Zal ik een appel schillen?'
'Ja lekker ik begon net dorst te krijgen.'
'Mijn boek is niet zo spannend als ik dacht.'
'De tijdschriften heb ik allemaal uit.'
'Zullen we straks een ijsje halen?'
'Ja lekker een waterijsje.'
'Hoe laat denk je dat het is?'
'Ik denk dat het 5 uur is.'
'Ik zie op mijn horloge dat het al bij zessen is.'
'Wat gaat dat toch snel hè?'
'Ja als je het naar je zin hebt, vliegt de dag voorbij.'
'Zullen we naar het hotel gaan?'
'Nee joh laten we nog even blijven, het wordt net wat koeler.'
'We zullen vannacht wel lekker slapen als je de hele dag in de buitenlucht bent geweest.'
'En zo lekker gezwommen en gewandeld.'
Hoe lang duurt de vakantie nog?'
'We zijn al over de helft.'
'Wat gaan die dagen toch hard hè?'
'Ja voor je het weet zijn we weer op weg naar huis.'
'Vanavond gaan we fijn nog even in een strandtent zitten voor een glaasje fris.'
'En wat gaan we morgen doen?'
'Heerlijk naar het strand toch?'
'Ja dat vind ik een goed idee.'

maandag 28 juni 2010

Kerkdienst uit Katwijk

Het is zondag vandaag. Het is in de vakantie altijd leuk om een plaatselijke kerkdienst te bezoeken. Er zijn een heleboel kerken hier in Portimão maar zover wij weten geen enkele die anders dan in het Portugees de diensten houdt. Dat gaat niet lukken, want we verstaan dat nog steeds niet.We beseffen meer dan ooit dat we de Liefde van onze Heer Jezus Christus nodig hebben en zelfs de mogelijkheid hebben om in onze eigen gemeente mee te doen aan de lofprijzing en gebeden. Daarom staan we extra vroeg op -het is hier een uur vroeger dan in Nederland- en de computer heeft tijd nodig om de buffer te vullen en een goede verbinding tot stand te brengen. De auto wordt geparkeerd vlak naast de Mc Donald die de eerste paar uur toch nog niet open is voor hamburger- eters. Het duurt zeker een kwartier voordat de verbinding tot stand komt en we denken dat we het eerste deel van de dienst gemist hebben. Precies op tijd begint de ouderling van dienst met de mededelingen en gaat dominee Jan Winter uit Wezep de zegen uitspreken. Het wordt een fijne dienst. Het gaat over Petrus die tot driemaal toe de opdracht krijgt om de schapen te hoeden en de lammeren te weiden. Als hij in de kracht van zijn leven is zal dat allemaal gemakkelijk gaan, maar als hij oud geworden zal zijn, zal dat moeilijk worden en zal hij zichzelf moeten laten helpen door anderen. Zo is het ook met ons. In onze jonge jaren denken we alles aan te kunnen, maar als we ouder worden en de zorgen groter worden hebben we het meer dan ooit in de gaten dat we de steun van de mensen om ons heen en bovenal van God nodig hebben. Wij mogen dan zelf ook aan anderen vertellen van de zegeningen die de Here ons in het leven gegeven heeft en zo het geloof doorgeven. Met ons bijbeltje in de hand zingen we de psalmen mee. Het is een mooie dienst geweest waarbij we ons verbonden voelen met onze gemeenteleden in Katwijk en de gelovigen in hele wereld die op deze dag bijelkaar komen in allerlei kerkdiensten. Als we zelf weer onze kostersdiensten draaien in de NGK van Katwijk zullen we er voor zorgen dat deze internetverbinding goed in stand gehouden wordt voor iedereen die net als wij van ver willen meeleven.Het wordt intussen al behoorlijk warm in de auto. Ik neem nog een foto met de zelfonspanner en precies op dat moment komt een grimmige Portugese hond tevoorschijn die natuurlijk meteen op mij afkomt. Van schrik laat ik het fototoestel op het paaltje staan en duik de auto in. Dat is ook weer zonder bloedvergieten afgelopen. We ruimen de pc op en rijden met open raampjes naar het strand van Falesia (het fototoestel hebben we weer hoor).
Zaterdagavond hebben we een avond vol plaatselijke folklore bezocht. Hier in Portimão bestaan drie verenigingen die ieder jaar in juni een soort parade opvoeren. Een groep van vijftig mannen, vrouwen en kinderen worden in kleurrijke pakken, jurken en broeken gestoken en gaan dan een plein rondlopen. Er hoort ook een muziekclubje bij en een zanger of zangeres, die volgend jaar op zangles gaat. De mannen dragen zelfgemaakte “vaandels” mee, waar het onderwerp van de parade op staat. Dit jaar is het de 150ste geboortedag van president Manuel Teixeira Gomes, die in 1923 twee jaar in deze stad gewoond heeft. De liederen die ze zingen gaan over zijn heldendaden en de bedoeling is dat iedereen die een boekje met de tekst heeft, mee gaat zingen. Helaas is het erg donker en kan het publiek niets in het boekje zien. Maar de verklede mensen brullen allemaal uit volle borst mee. De melodie is niet zo moeilijk en wij kunnen met la-la-la ook al gauw uit de voeten. Als alle rondjes gedraaid zijn -om het vaandel heen en weer terug- en dat tien keer achter elkaar, marcheert de hele groep samen met de muzikanten het plein af en gaat nog een stuk door de stad lopen en zingen en huppelen. Zo komen alle drie de verenigingen aan de beurt. Een hele toer om elk jaar weer al die jurken te naaien, die pakken passend te krijgen en iedereen te leren welk rondje je om welk vaandel moet draaien. Ik zie ons in Nederland al dat we in Capelle aan de Yssel een festival organiseren omdat Jan Peter Balkenende daar tijdens zijn regeringsperiode gewoond heeft. Misschien over 150 jaar? Denk het niet.
Hieronder nog een filmpje met de artiesten. (Net als bij de visfabriek op het pijltje klikken)


zaterdag 26 juni 2010

Varen naar Armona

Na de hete dag van gisteren is de lucht helemaal bewolkt als we 's ochtends de gordijnen open doen. Dat treft, want we willen een tochtje gaan maken naar een eiland. Eerst rustig een broodje en kopje thee op het balkon, dan een frisse douche en met een luchpakket in de rugtas op pad. We rijden naar Olhão, een havenstadje vlakbij Faro. Het is een beetje afgeleefd, dat stadje. Afgebladderde muren, betegelde huizen die tegels hebben laten vallen, geroeste balkonnetjes, strompelende oude mensjes en hondenpoep op de stoep. In de koffietent vragen we aan de barjuffrouw de weg naar de haven. 't Is dichtbij als we precies doen wat zij zegt: de straat uit, dan zie je de zee en linksaf dan zie je de boten. Volgens de dienstregeling is er elke anderhalf uur een afvaart. Hans haalt de stranspullen uit de auto (badlakens, strandmatjes, parasol en zonnebrandolie) voor als de lucht misschien toch opklaart. 't Blijkt nog een hele toer om de auto terug te vinden in al die smalle straatjes die er allemaal hetzelfde uitzien.Bij een piepklein loketje kopen we de kaartjes en kunnen nog net de boot van twee uur halen. Het is vroeger een stoombootje geweest, waarmee gevist werd op zee. Nu is op het bovendek rond de schoorsteen een aantal rijen met stoeltjes gemonteerd en er is zelfs een dak boven gemaakt van hardboard platen, over de oorspronkelijke schoorsteen heen. In het benedenruim zitten ook mensen op blauwe plastic stoeltjes. Ze hebben van alles bij zich. Een man komt met een kookplaat aan en zet die voorzichtig op het dek. Hij gaat nog even terug om een aantal montagepijpen te halen die ook mee moeten. Vrouwen met grote boodschappentassen op wielen hebben voornamelijk veel toiletpapier en bezems bij zich. Er zijn ook veel vakantiegangers met koffers en tassen. Het schip komt goed vol te zitten. Twee oude mannen spelen de stuurman en de kapitein en laten een toeter toeteren en de motor aanslaan.
Het is maar twintig minuten varen naar het eiland Armona. Net of je naar Texel gaat. In de verte zie je Den Hoorn al liggen. Armona is niet groot, bij eb misschien zes vierkante kilometer en bij vloed vijf. Toch liggen er twee bungalowparkjes op en vijf restaurantjes en een aantal pensionnetjes en natuurlijk de huisjes van de mensen die er altijd wonen. Allemaal heel klein. Er loopt één betegeld wandelpad recht over het eiland. Van de aanlegsteiger van de boot naar het strand aan de andere kant, want dat is het strand waar de oceaan is. De kant waar de boot aankomt is net als bij Texel het wad. Ook hier zijn veel vogels die gebruik kunnen maken van het warme voedselrijke water van het wad.
We lopen naar het uitgestrekte strand van de oceaan. Heel verlaten staat een toiletgebouwtje in het zand met een bordje ernaartoe. Wel fijn hoor! Moeten we in Nederland ook doen.Er is bijna niemand op het strand, behalve twee strandwachten die vooral letten op de radio, die de wedstrijd Portugal-Brazilië uitzendt. Het is inmiddels stralend weer geworden. We kunnen onze parasol weer goed gebruiken. Er liggen veel grote schelpen langs de vloedlijn en ook veel spullen die mensen achterlaten. Er loopt een mevrouw in het uniform van de afvalinzameling met een enorme plastic zak al het vuilnis op te halen. Ze heeft de hele dag werk.
Om de boot van half zes weer terug te halen gaan we in ons strandtenue op pad om de wandeling langs de zee, in plaats van over het voetpad, terug te maken. Doordat we aan het einde van onze tocht stuiten op een baai waar we niet langs kunnen, besluiten we om als echte wadlopers door het water te waden. Met onze tassen boven ons hoofd komen we met droge spullen aan de overkant. Daar drogen we ons af en doen onze gewone kleren weer aan, want we moeten vlug zijn, de boot vertrekt al gauw. Nog even een ijsje kopen en dan snel de blauwe stoeltjes weer opzoeken.
Aan de overkant ligt het stadje Olhão er gezelliger bij dan toen we het verlieten. Alle mensen zijn uit hun huizen gekomen waar zij eerder die dag de wedstrijd volgden. Nu zitten ze met elkaar te praten op terrasjes en ziet alles er zonniger uit. Nu kunnen we de auto snel vinden en rijden terug naar Praia da Rocha. En na nog een half uurtje zitten we op ons balkon aan de spaghetti bolognese en een glaasje rosé.

vrijdag 25 juni 2010

Haring of sardientjes, wat maakt het uit?

Vandaag is het te warm om buiten te verblijven, daarom brachten we een bezoek aan het plaatselijke museum, dat in een voormalige visverwerkenden fabriek is gehuisvest. Het deed ons erg denken aan de fabriek van Ouwehand, die we ook bezochten toen Vanessa er nog werkte en het bedrijf nog winst maakte. Visvangst was belangrijk voor Portimaõ. Het waren vooral de sardines die het dorp lieten uitgroeien tot een van de belangrijkste productieplaatsen van blikjes sardines in de wereld. Het museum dat we bezochten gaf daarvan een prachtig beeld. De hele vangst begon natuurlijk met de schepen en netten. Die schuiten werden net als in Katwijk door vakkundige timmerlieden gebouwd. Steen-eiken uit de bossen werden -even voor 1900- vissersboten met stoomaandrijving. Men ving de vis met grote netten waarin vele duizenden sardines bijeen werden gedreven en tenslotte aan boord gebracht. Als een schip in aantocht was, werden de mannen en vrouwen van de fabriek opgetrommeld om de vis te verwerken. Onder het toeziend oog van een soort marktmeester werden de vissen in mandjes geschept door kerels die op hun blote voeten tussen de vissen in het ruim stonden. Met een vernuftig kettingen systeem werden de mandjes de fabriek binnen getransporteerd. In de fabriek waren ook allerlei machines die allemaal werden aangedreven door een grote stoommachine. Pompen om regenwater, dat men in kelders verzamelde, op te pompen en daarmee de vis te wassen. Machines om blikjes mee te maken, te bedrukken met mooie plaatjes en natuurlijk stoom om de sardines mee te koken en te roken. Alle bewerkingen werden verder door vrouwen gedaan. Kop van de visjes eraf, op roosters leggen, verder schoonmaken, staart eraf knippen, netjes in een blikje leggen, blikjes stapelen enz. Ze hadden hele zalen vol werkende vrouwen. Moeders wilden ze ook graag in dienst en dus werd er voor een crèche gezorgt. Ook in 1935 dus al en alleen voor het geven van borstvoeding mochten de moeders naar hun kind toe, verder werd alles voor ze gedaan. Het was een interessante tentoonstelling.
De middag was weer voor het strand. Het was windstil en 34 graden. De zee was nog steeds wel wat koud maar ook dat begint te wennen. Je moet wel gaan afkoelen in zee, wil je niet levend verbranden. Op mijn rug (Hans) hangen de vellen er al bij! Zal mij benieuwen wat er van mij over blijft.

donderdag 24 juni 2010

Hoe je een Russische dame helpt en in de schoonmaak terecht komt

Als we 's avonds thuis komen van het strand staat er een vrouw te bonzen op de deur van de flat naast ons. We vragen of we haar kunnen helpen, maar ze schudt met haar volle bos roodgeverfd haar van nee en gaat door met bonzen. Als ze maar niet ophoudt gaan we nog een keer de gang op en vragen haar wat ze wil. Ze blijkt Russisch te spreken en helaas verstaan we dat niet. Wel maakt ze met gebaren duidelijk dat haar man slaapt en haar niet hoort en dat ze naar binnen wil. Volgens ons is het appartement niet bewoond, maar dat kan natuurlijk sinds vandaag anders zijn. We gaan maar weer naar binnen en gaan aan de slag om te koken. De aardappels staan net op en de boter voor het lapje vlees sist in de pan als de vrouw begint te trappen tegen de voordeur van de flat. Dit wordt me te dol en ik bel de receptionist. Ik leg hem uit dat er een vrouw op de derde verdieping staat die naar binnen wil maar dat haar man niet open doet. Hij zegt dat het huis niet bezet is en dat ze daar dus niets te zoeken heeft. Ik vraag hem of hij naar haar toe wil komen om dat uit te leggen. Helaas zit hij alleen en kan niet komen. Dan ga ik maar naar haar toe. Echter, als ik naar buiten ga, zie ik haar niet meer. Ook goed, dan heeft ze zeker haar weg al gevonden. Maar dan zie ik eerst haar hoofd om een hoekje van het trappenhuis komen. En als ze helemaal tevoorschijn komt, zie ik dat ze net haar felblauwe korte broek ophaalt. Ze heeft daar zitten plassen! Ik ga naar haar toe, eerst boos, maar dat heeft geen zin. Ze moet hier weg dat is duidelijk, dan kun je beter aardig zijn. Ze ruikt nogal sterk uit haar adem. Ik neem haar bij de hand en zeg in het Engels dat we haar man gaan zoeken. Ze begrijpt me niet, maar gaat gelukkig toch mee de lift in. Ik kijk haar steeds glimlachend in de ogen en zeg wat aardige woorden over Holland en Rusland en zo. Ik ga met haar naar de receptie en daar vragen ze haar naam. Ook de receptionist kent geen Russisch dus vindt geen naam die erop lijkt in het systeem. Zou ze in een ander hotel moeten zijn? Uiteindelijk schrijft ze haar naam in blokletters op en dan blijkt dat ze wel in dit hotel thuishoort maar op de zesde verdieping moet zijn. Nu we zover zijn, wil ik ook zien of het echt zo is. Ik ga met haar naar de zesde etage en ze klopt op de deur. Meteen wordt er open gedaan door een aardige oudere Rus. Nou hij sliep niet en kijkt verbaasd van haar naar mij. Mevrouw gaat naar binnen. Ik zeg haar gedag, maar zij zegt niets meer terug. Mooie boel is dat, zij zit de hele middag cocktails te drinken, weet niet meer waar ze moet zijn en gaat op onze gang zitten plassen. Dat moet meteen maar opgeruimd worden, want de werksters zijn ook al naar huis natuurlijk. Ik vraag bij de receptie een emmer en mop en ga naar ons appartement voor heet water en afwasmiddel (inderdaad dat is overal goed voor). Hans staat net de bietjes en spekjes te snijden -daar was ik nog niet aan toe gekomen- en biedt aan om de schoonmaak voor zijn rekening te nemen. Dan kan ik verder gaan met koken. Net als de piepers gaar zijn is het trappenhuis ook weer schoon en kunnen we op het balkon genieten van een echte Hollandse maaltijd. Hans zet een passend versje van doctorandus P. aan op de computer: "Troika hier, troika daar, ja je ziet ze veel dit jaar; troika hier, troika daar, vooral die vrouwen met rood haar!"

dinsdag 22 juni 2010

Chinezen met lampen en schoensmeer

Van het noorden van Portugal zijn we nu na twee weken rondreizen aangekomen in het uiterste zuiden: de Algarve. Strakblauwe luchten en een temperatuur van 25 tot 30 graden. Zo kennen we het hier. Het appartement waar we altijd boeken staat er nog steeds, aan de rand van de rotsen. We krijgen een flatje op de derde verdieping aan de westkant. We zien dus 's avonds vanaf ons balkon de zon ondergaan in de Atlantische Oceaan. Heerlijk om hier weer te zijn!
We hebben de afgelopen weken “uit de koffer geleefd”, dat wil zeggen dat we alleen onze koffers open deden om de toiletspullen en schone kleren te pakken, de rest lieten we zoveel mogelijk zitten. Nu is het eerste wat ik doe de kasten vullen met alles wat we bij ons hebben. Dat is nog heel wat, zelfs het peperbusje en het zoutvaatje haal ik uit een hoekje tevoorschijn. Voor de zekerheid ook een eigen koffiefilter meegenomen en knijpers voor de waslijn. Wat Hans allemaal ingepakt heeft weet ik niet eens, maar het is altijd een flinke plastic tas met een kluwen van snoeren, opladers, plakband, lijm, schroevendraaiers, luidsprekers, cd's, een extra stopcontact met verlengsnoer, batterijen en wat er nog meer nodig is voor de computer. Dat komt allemaal op de keukentafel te liggen. Eindelijk kan hij zijn hart ophalen aan al zijn fijne spulletjes.
Na een heerlijke middag aan het strand moeten we toch eens kijken of er nog wat veranderd is in het dorp. Hans doet zijn nette schoenen aan en ondekt dat ze toch wel heel dof geworden zijn. “Ik ben de schoensmeer vergeten mee te nemen”, zegt hij als hij al zijn tasjes heeft nagekeken. Dat is een ramp, want voor iemand die wekelijks zijn schoenen verzorgt maakt het niet uit of het nu vakantie is of niet. De schoenen moeten er schoon en glanzend uit zien. “Weet je nog dat er zo'n chinesche winkel in het dorp zat? Die zal vast ook wel schoensmeer verkopen”, antwoord ik als begripvolle echtgenote. Hij ziet er meteen al wat opgeluchter uit en wrijft intussen met een stukje wc-papier het ergste stof van zijn schoenen.
In het dorp is het een drukte van belang omdat Portugal vandaag in het WK speelt tegen Ivoorkust. Op het plein is een groot televisiescherm en een tribune geplaatst. In de brandende zon zitten of staan veel mensen te kijken naar de wedstrijd. Wij zoeken intussen de Chinees op met die grote winkel, hij zit er nog. Hans belt naar Erik-Jan die in Zweden op vakantie is en ook nog iets nodig heeft van de Chinees. Noem het maar op, alles is er te vinden. Vandaag worden de schappen bijgevuld met de fonduepannen, die komen vlak naast de barbeques en de picknickmanden. Je struikelt over de schoenen die zomaar op de grond blijven liggen als mensen ze gepast hebben. We lopen alle winkelpaden door en verbazen ons steeds weer wat een hoop spullen je in één zaak kunt verzamelen. We kopen een afwasborstel, een vaatdoekje, een “hubje” (voor de computer, ook vergeten mee te nemen), een etuitje voor de mobiele telefoon, schoensmeer en een spaarlamp die lekker veel licht geeft voor de tuin van Thea en Erik-Jan.
Op het dorpsplein horen we dat Portugal met 1-0 gewonnen heeft en iedereen is vrolijk. Thuis ga ik de maaltijd bereiden. Na al die keren uit eten in restaurants ben ik blij dat ik het zelf weer mag doen. Ook al heb ik hier maar twee pitjes en een paar rare pannetjes om in te koken, het is een genot om zelf te kunnen kiezen wat je gaat klaarmaken en wat je erin doet. We eten lasagna en een gemengde salade met van alles erop en eraan. Veel snijwerk en opletten dat de magnetron niet te hoog staat. Hans vraagt: “Kan ik wat doen?”. “Dek jij alvast de tafel op het balkon, het eten is zo klaar”. Ik hoor hem in de kastjes zoeken naar de borden en het bestek. “Fijn zo'n man die weet wat hij moet doen om de tafel gezellig te maken”, denk ik nog. Dan hoor ik een schreeuw: “Nee hè!”. Met de tomaat nog in mijn handen, draai ik me om. Hij zit op de bank in zijn witte shirt en heeft geprobeerd de schoensmeer open te maken. Dat is gelukt, maar er is iets heel erg mis gegaan. Nu zitten er grote zwarte spetters op zijn shirt en op de witte vloertegels liggen klodders schoensmeer. Zijn schoenen staan nog stoffig naast de bank. “Wat moet ik nu doen?”. Ik geeft hem de fles afwasmiddel en zeg dat ik het ook even niet weet. Hij gaat met zijn shirt aan de gang in de badkamer en hij poetst de vloer zo goed als dat gaat. Hij heeft het er erg druk mee. Als het eten klaar is, is de tafel nog maar half gedekt. Maar wat een fijn idee dat Hans morgen weer glanzend gepoetste schoenen aan heeft!

zaterdag 19 juni 2010

De mijnen in

Het was bewolkt toen we opstonden! Oei, en nog wind ook. We hadden weer een wandeldag gepland, bij de mijnen langs de spaanse grens, 40 km verderop. Maar toen m'n vrouwtje en ik op weg gingen scheen de zon alweer en reed ons autootje vrolijk over super-uitgestrekte velden met koren, haver en geel gras. Hellingen, dalen en opnieuw hellingen, zonder boompje, prachtig geel in de zon met een strak blauwe lucht erboven. Na een tussenstop aan het begin van het beschermd natuurgebied was er koffie en moesten we wat broodjes, sardines en drinken inslaan. Het dorpje Minas de santa Domingos, bestond uit kleine witte huisjes in rijtjes achter elkaar met hier en daar wat grotere huizen, een kerk en een soort café. Ook was er nog een hotel met een paar bussen ervoor. Verder niets dan stilte. We volgden ons boekje voor wandelingen en kwamen langs de voormalige kantoren van de ertsmijnendie eigenlijk en de laatste mijnschacht die gesloten werd in 1956. Men groef hier naar pyriet dat koperhoudend was. Toen dat rond 1945 op was ging men zwavelhoudend erts delven. We liepen vanaf de "overslag" waar de zwavel in treinwagons naar de rivier werd gebracht, naar de pyrietovens. Er was eigenlijk een enorme kloof ontstaan die leek te zijn uitgegraven en waarin deels water stond en die deels werd gebruikt als fabrieksterrein. Er hing een heel sterke zwavellucht. Halverwege de 8 kilometer lange en 200 meter brede kloof kwamen we pyrietovens tegen, waar de erts in werd verhit waardoor de koper en later de zwavel werden ontdaan van de steen. Het resultaat konden we ook zien. Enorme heuvels van gesinterd steen. Die waren donkerrood of zwart van kleur. De as, die verder uit de oven kwam had men ook op een deel van de kloof gestort. Een macaber wit-stof gebied. En het gekke was, dat het niet naar beneden spoelde, de kloof in. We hebben 4 uur gewandeld, helemaal alleen. Nauwelijks iets anders gezien dan wat mieren. Doodse stilte en een brandende zon in een enorme verlatenheid met steen en ruines. We waren daarom blij weer in de bewoonde wereld te komen. We kochten in dat ene cafe een paar ijsjes en keken de wedstrijd af van het Nederlands elftal. Het werd 1-0. De barkeeper was de enige die dat met ons zou kunnen vieren, maar hij bleek in de keuken de afwas te doen. We zijn in de auto gestapt en naar Bela gereden waar de grootwinkelbedrijven zaten. Gelukkig zag je daar weer mensen. Ze verkochten daar kettinkjes met pyriet-gele steentjes...............uit Korea.