dinsdag 8 juni 2010

Porto

Hoe warm het is in Porto? Het regent pijpenstelen en de temperatuur komt vast niet boven de achttien graden! In het vliegtuig zegt de donkere stem van de piloot al: "very cloudy on your destination". Als we de auto ophalen bij Avis lacht de charmante medewerkster in haar rode mantelpakje: "It's raining, I parked the car under the roof for you". We rijden met de ruitenwissers op topsnelheid het terrein van het vliegveld af. Zo rond middernacht is er niet veel verkeer meer op de weg. De straten zitten vol hobbels en gaten. We volgen de aanwijzingen van de tomtom en komen al snel in de buurt van het hotel. Er schiet een jongen de weg op die met wat kartonnen dozen een slaapplaats wil gaan maken. Met de auto vol in de remmen kunnen we hem net nog ontwijken.

In het hotel wacht een lange slungelige nachtportier op de late gasten. Hij vraagt in zijn beste engels naar onze paspoorten en vertelt wanneer het ontbijt klaar staat. De auto moet nog naar een parkeergarage verderop in de straat gebracht worden. De hotelkamer is een oase van rust, reinheid en witte handdoeken. Er staat een levengrote torso van een klassieke Griekse god op mijn nachtkastje. Aan de muur hangt een schilderij van een gestileerd vrouwengezicht in sepia en zachtbeige. Als dat geen rust geeft! We slapen vrijwel meteen.

Bij het wakker worden voelen we aan onze rug dat het matras waarschijnlijk ook van marmer uit de klassieke oudheid gemaakt is. Het is hard! We rekenen uit dat er toch nog drie nachten op geslapen moet worden. We douchen ons in de strakke badkamer en gebruiken met genoegen de grote luxe dikke witte badlakens. Met de snelle lift laten we ons naar de kelder zakken, waar de ontbijtzaal is. Overal waar je kijkt zijn hele wanden met spiegels bedekt en ze zijn stralend schoon. Dat maakt dat er heel veel te eten is, maar ook dat er meer mensen zitten dan in werkelijkheid. Heerlijk vers fruit, zachte broodjes, kaas, worst, ei en zelfs taart en cakejes!

Het regent nog steeds in Porto. Nu wat meer miezerregen, maar toch. Met de paraplu boven ons hoofd en de toeristische boekjes in de hand gaan we op pad naar de bezienswaardigheden van de binnenstad. De straten zijn armoedig met hier en daar een winkeltje. Opvallend veel zaken die auto- of motoronderdelen verkopen. Als we in de buurt van een ziekenhuis komen zijn er bedrijfjes die ortopedische spullen verkopen. Daar zitten dan rijen mensen te wachten tot ze aan de beurt zijn voor een stok of steunzool. Die heb je ook wel nodig hier met al dat geklauter op die heuvelachtige straten met ongelijke klinkertjes.

Na een uur lopen zijn we nog steeds niet in de binnenstad. De plattegrond is ook nog mooi opgevouwen en ongebruikt. "Na de volgende straat rechts zullen we de Douro wel zien". Welnee, na deze straat komt nog een straat en het enige wat je ziet zijn saaie huizen en langsrazend verkeer. Bij een bushalte gaan we toch maar even kijken waar we ons bevinden. Het blijkt dat we in het begin precies de verkeerde kant zijn op gelopen. We zijn nu bijna de stad uit, richting vliegveld.

Bij een informatiepunt voor toeristen halen we een gedetailleerde kaart van de stad. De lieve jongen achter de balie legt ons heel geduldig uit wat we moeten gaan zien en waar dat ligt. Dat kunnen we wel gebruiken en we bedanken hem wel drie keer. Intussen komt de regen weer met bakken uit de lucht. De lieve jongen zegt dat het morgen ook nog blijft regenen.

Opeens lopen we in een chique winkelstraat en klopt alles wat we van tevoren bedacht hadden te gaan zien. Veel tegeltableaus op muren van huizen en gebouwen. Zelfs de wanden van het station Sao Bento zijn allemaal van blauwe tegeltaferelen voorzien.
De 'overdekte' markt hangt van krakkemikkige stalletjes en gestutte pilaren aan elkaar.


Prachtige groente en fleurig fruit ligt uitgestald en oude vrouwtjes vragen zachtjes of je iets van hen wilt kopen. Een pond aardbeien voor een euro en een paar broodjes voor tachtig cent, waar verdienen die mensen dan nog aan?









Geen opmerkingen:

Een reactie posten