maandag 14 juni 2010

Torre & Fatima

Kijken vanaf de top van de wereld, zoals ook Maria doet.

Vandaag afscheid genomen van ons middeleeuwse “kasteeltje“. De jonkvrouw had weer voor heerlijke broodjes gezorgd en we aten samen aan de tafel voor twaalf. Je kent dat wel uit die films. Vervolgens gaf ik (Hans schrijft deze keer het blog) ons “paard” de sporen om in de eerste of tweede versnelling de bergen te bedwingen. Vanaf 500 m hoogte naar 750, naar 1000, naar 1500 tot we uiteindelijk op de Torre aankomen. Een berg voor de echte ridder. Onder de riddertoren ligt de sneeuw. Een flink pak echte sneeuw. En koud dat het is, daarboven. Het is er 's zomers koud volgens Erwin Krol ( want die zagen we daar ook). Hoe bestaat het, zo maar met de auto naar bijna 2000 meter hoogte, waar de skiliften staan te wachten op nog meer sneeuw. Men spreekt er over een ski-gebied maar het is, om in Oostenrijkse termen te spreken, een baantje voor de “Ubung, für die kleine Kinder”. We drinken er een kopje koffie in een op z'n “wintersports” ingericht restaurant (met van die rood geglazuurde tegels) en kopen een ansichtkaartje.

En dan vervolgens weer 30 kilometer bergafwaarts met hete remmen en een stinkende koppelingsplaat. Maar goed, we komen in het dal waar het al wel 22 graden is en rijden over een tolweg naar Coimbra. Daar staat de eerste universiteit uit de geschiedenis (rond 1250). Een prachtig complex met veel oude gebouwen, beelden en vooral musea. Het is er 28 graden en we hebben eigenlijk honger en dorst. Dus kopen we voor ons geld geen kaartjes om naar oude studenten te kijken en naar een bibliotheek achter glas te gaan, maar zoeken een pleintje bij de rivier waar we van een uiterst vriendelijke “jongen” een sandwich met warm ei en rauwe pekelham krijgen. Na een welgemeend "oeps" als hij de fooi krijgt , gaan we opweg naar Fatima.
Dit is een stad waar drie herderskinderen in 1910 plotseling een verschijning van Maria zien. Die zegt hen onder andere dat ze op de 12e en 13e dag van iedere maand mensen bij elkaar moeten trommelen om te bidden. En laten wij nou toevallig op de 13e hier gaan overnachten. In een zeer luxe hotel van buiten maar binnen zo eenvoudig als maar zijn kan. Een oud nonnenklooster. Er zitten er nog wel een stelletje geloof ik. Er zijn in dit dorp zoveel mensen dat er zeker 6 parkeerterreinen zijn ter grootte van een voetbalveld en die vol staan met auto's en touringcars. Vorige maand was de verschijning precies 100 jaar geleden en was de paus er. Hij heeft in ons hotel geslapen en naar het schijnt in mijn bed (het was wel verschoond vertelde de portier).

Vlak voor het hotel is de heilige kerk voor Maria met daar weer voor een plein dat 2x zo groot is als bij de Sint Pieter in Rome. En er zijn drommen mensen, vanmiddag bij een dienst en vanavond bij een kaarsjes avond. Honderden mensen met kaarsjes die tientallen malen achter elkaar “wees gegroetjes” bidden tot Maria. Ook is er de bisschop uit Roermond en wat zusters die in het nederlands bidden. Het is leuk om al die kaarsjes te zien, maar er is wel veel “ritueel”. Het is hier eigenlijk allemaal een beetje “poppenkast”. Vele tientallen winkeltjes met Maria-beeldjes, heilige Anthonius, Paulus, Ambrosius en pater Dimitrius, laatste avondmaals beeldjes, kruisbeeldjes, hondenbeeldjes en spacewar beeldjes, knuffelhondjes en barbies en nog veel meer Maria beeldjes met duifjes, met de herderskinderen, met Jezus, met schaapjes en nog veel meer. Winkel na winkel, na winkel. We hebben veel te bekijken gehad vandaag. Gereformeerden hebben het toch maar gemakkelijk. Geen beeldjes nodig, geen gebeden naar al die heiligen, geen tientallen gebedjes met steeds dezelfde tekst. Nee één gebed, tot onze hemelse Vader is genoeg.
Stil zijn, zo hoog op de berg met de wereld aan je voeten. Enkele wolken zo'n beetje rondom je heen in een diep blauwe lucht en het stille suizen van de wind.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten