woensdag 13 oktober 2010

Niet naar Spanje

Omdat het elke dag toch wat bewolkt is en we dus niet de hele dag op het strand kunnen verblijven, besluiten we om vandaag met de auto naar Sevilla in Spanje te rijden. Op de A22 kunnen we met een vaart van 120 km per uur zo bij de grens zijn en dan is het nog 150 km naar Sevilla. Maar de lucht is wel erg blauw en er staan steeds bordjes met  'praia'  langs de weg. 'We kunnen ook naar het strand gaan hoor'. 'Ja, dat lijkt mij ook, dan gaan we vanmiddag wel even de grens over naar Spanje.'
We nemen de eerste de beste afslag naar het strand en komen terecht in Monte Gordo. We hebben geen badkleding bij ons, dus we moeten wel eerst langs een winkeltje met goedkope spullen om zoiets uit te zoeken. Hans heeft toch nog een soort grote zwembroek nodig voor de afspraak dat hij gaat bodyboarden in Zoetermeer en ik heb nooit teveel bikini's, daar kan er nog wel één bij. De Indiase jongens staan te vervelen voor hun winkeltjes en zijn blij als zich twee klanten aandienen die ook nog wat willen kopen in plaats van alleen maar kijken. De jongen wil Hans een zeer strak zwemslipje aansmeren (iets voor jochies van 5 jaar) dat hij na veel gewacht bij zijn buurman heeft gehaald. Wij hebben allang uit het eerste rek een flinke kleurige katoenen broek geplukt die zo op het oog goed zal passen. De afwerking is geen wonder van nauwkeurigheid, maar voor vijf euro mag je toch wel zelf de overtollige draden afknippen?

Bij de volgende winkel die gespecialiseerd is in damesspullen heeft de eigenaar binnen een paar seconden wel twee aardige bikini's te voorschijn gehaald. Ik kies voor de zwart-wit geblokte met jaren zeventig ruches. 'k Heb nog nooit zo snel beslist over een kledingstuk en dan ook nog zonder te passen....
Monte Gordo is een bolwerk van Nederlandse toeristen. Bij de terrasjes staan eerst een rij scootmobielen geparkeerd en vervolgens zitten goed doorvoede Hollanders met veel te bruine hoofden onder het genot van flinke glazen bier op luidruchtige toon de verhoging van de ziektekostenpremie te bespreken. 'Het is een schande dat de Ohra de rollator niet meer vergoedt.' 'Die regering moet al het geld weer bij de gewone man weghalen.' 'Het gaat allemaal over onze rug, boeven zijn het, die lui in Den Haag!'

We lopen snel door en drinken beschaamd een kopje koffie bij de strandtent met de minste klandizie, het is heerlijke koffie voor een euro per bakje.
Het strand is heel breed en prachtig schoon. Als je wat verder loopt zijn er lage duinen, begroeid met helm. Het lijkt net de Hollandse kust. In de verte moet de rivier de Guadiana liggen die de grens vormt tussen Portugal en Spanje. Het lijkt erop of je de afstand naar de rivier kunt lopen, maar dat lukt me niet. 's Middags gaan we met de auto naar Vila Real de Santo Antonio, de stad op het meest oostelijke puntje van de zuidkust waar de ferry naar Spanje ligt. Er blijkt een grote jaarmarkt met kermis aan de gang te zijn. Het is een drukte van belang met vaders en moeders met hun kinderen in kinderwagens of huppelend aan de hand. Oud en jong eet voornamelijk veel 'churros', dit zijn een soort gefrituurde slangen die in allerlei formaten worden geproduceerd door kermisklanten boven hete frituurpannen. Langs de haven staan honderden meters lange rijen met marktkramen.

 De luid schreeuwende kooplui bieden bergen met sokken aan, stapels borden in namaak Wedgwooddesign, messen, vijlen, bijlen, pannen, horloges, kettingen, vloerkleden, vogeltjes in mooie kleuren of in het grijs en zelfs een zinken emmer met een douchekop onder de bodem die met een ruk aan een stang dienst doet als volwaardige douche.

Het is zò gezellig hier dat we besluiten om de ferry zonder ons naar Spanje te laten gaan. Wij trekken het stadje in en mengen ons met de plaatselijke bevolking. We eten bijzondere visgerechten op een druk terras in een oud straatje, dat vol staat met de rook van een kastanjepoffend echtpaar. Het is al laat als we de auto opzoeken en weer terug rijden naar Tavira.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten