maandag 17 juni 2013

Naar een Grieks eiland.



Toen we gingen boeken, wisten we alleen maar dat het een eiland bij Griekenland was. We waren van plan om toch nog eens wat anders te doen dan Portugal en het idee van Gert-Jan en Marjo dat "dit eiland echt iets voor ons zou zijn", gaf de doorslag. Net even onder het “vaste land” van Griekenland, tweemaal zo groot als Texel, vol met bergen en kloosters en massa’s strandjes.
We gingen het zien, maandagmorgen om 3.00 uur stond er een vriendelijke taxichauffeur voor de deur die ons binnen 30 minuten op Schiphol bracht. En daar was het een drukte van belang. Nauwelijks nog een stoel om op te zitten, alle winkeltjes open. Het leek wel midden op de dag.
Na drie uurtjes naast een milieu inspecteur, iemand die overal verstand van had en dat ook wilde laten weten, die trouwens ook met iedereen in hotels ruzie zocht, konden we landen op een heel kort landingsbaantje op het eiland. Er was verder geen enkel passagiersvliegtuig te zien, alleen een klein eenmotorig toestelletje. Via de vliegtuigtrap liepen we over het platform naar de aankomsthal waar we ook de papieren voor het appartement en de auto in ontvangst namen. Buiten moesten we in het zonnetje wat handtekeningen zetten voor de auto en om 12.00 uur zaten we Griekse lettertekens te ontcijferen om de weg naar het appartement te vinden.
Wat een bergen met hellingen. Haarspeldbochten en smalle wegen, daar krijgen ze op Kythira maar geen genoeg van.  Prachtige velden met gele bloemen en alle huizen witgekalkt met blauwe kozijnen en deuren. Onze gastvrouw stond ons al op te wachten toen we met onze Hyundai bij Huize Filira aankwamen. Prachtig uitzicht, lekker rustig en schoon, mooi ingericht.
Omdat de afstand maar 1,5 km was naar het dorp gingen we lopend de berg af om wat boodschappen in het dorp te doen. Maar heet, heet! De officiĆ«le temperatuur volgens de meteo was 32 graden, maar de thermometers in het dorp zaten boven de 35 graden. Een allervriendelijkste Giorgos vertelde in z’n minisupermarkt met heeeeel veel spullen, dat hij wel wat Nederlands kende. Wij breken onze hersens over de Griekse tekens en uitspraak. Niet erg handig dat die mensen in de EU niet gewoon Romeinse tekens moeten gebruiken.  Met wat brood, limonade, water en een tandenborstel gaan we weer naar de berg. Een heftige hitte. Onderweg een doodgereden slang gezien en een grote prachtig groene hagedis van zo’n 25 cm lang. Gelukkig zijn er maar heel weinig auto’s en rijden ze allemaal zeer beschaafd. Onze maximum snelheid was gisteren misschien gedurende 500 m zo’n 80 km per uur, maar op de meeste wegen is 60 wel zo’n beetje de limiet. Op het eiland is geen stoplicht te bekennen, er zijn een tweetal politiebureaus (tweekamer woningen) met in totaal 3 politieauto’s. Je begrijpt dat iedereen hier wel eerlijk moet zijn en voorzichtig want hulp is altijd ver weg. En de vuilnisman? Nou die zagen we al na 10 minuten. Een oude MAN met een Faun draaitrommel pers.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten