Zodra je op het eiland komt ervaar je rust. Er wonen maar
weinig mensen op het eiland en die komen, zo lijkt het wel, nauwelijks uit hun
huis. Hier en daar zie je kinderen na schooltijd en wat jongeren die net een
auto hebben, maar dat is het dan wel zo’n beetje. Oh ja, op dorpspleintjes of
een dorpscafeetje zitten een paar oudjes de hele dag te genieten van koffie,
een borreltje, weer koffie of een limonade en dan ’s avonds een biertje. Af en toe komt er een auto langs, soms met
wat schreeuwende kerels erin die dan anderen schijnen te kennen, maar als die
voorbij zijn is het weer ……rust.
We proberen dan ook elke dag wat “reuring” te zoeken.
Dinsdag waren we bijvoorbeeld in Diakofta op een strandje met echt geel zand,
waar een paar klassen kinderen van de basisschool een uitje hadden. Veel
vertier, veel te zien. De “patriarch kwam nog op visite om bij het gebed van
het middag eten te zijn, want zo’n 60 kinderen gingen buiten eten bij een
restaurant. Voorbeeldig hoor, zou je in Nederland niet zien.
We maken zo ook wel steeds wat mee met de techniek. Sinds de
landing op het eiland probeer ik al een
telefoonverbinding te krijgen vanwege wat dingen op kantoor. Maar het is niets,
nul komma nul. Het internet bij ons huisje werkt wel zodat ik veel email
contact met de telefoondeskundigen op kantoor heb. Heel veel goede tips, maar
werken…..ho maar. Woensdag viel de stroom uit en gisteren plotseling het water.
Het duurt een paar uur en dan werkt alles weer. En ach, het geeft wat reuring
zullen we maar zeggen.
Donderdag waren we in Chora, ook wel Kythira, de hoofdstad
van het eiland. Ik denk dat dat zo is vanwege een oude burcht op een hoge
helling. Allemaal oud puin zoals je dat veel in Griekenland aantreft. Een enkel
gebouw was wat gerestaureerd, maar had dan gelijk weinig meer van de oudheid.
Het uitzicht was mooi, de burcht verlaten en alles bloedheet. Een mooi
aangegeven wandelpad (M1) zou ons vandaar leiden naar de stranden van Kapsali,
een mondaine badplaats. Maar na een halve kilometer waren we al twee maal de
weg kwijt geweest en vervolgens op een pad met metershoge distels gekomen, dat
stijl de heuvel afging. Omdat we kortgerokt en gebroekt waren, met blote armen
en geen handdoeken en zwembroek, besloten we terug te gaan. Via het dorp, want
meer was het niet. Een supermarktje, een paar souvenirzaakjes, een paar
restaurantjes en een bank. Echt nog minder dan bijv. Den Burg op Texel, want
daar heb je nog zaken als de Hema, Lidl en Action.
Per auto naar Kapsali was een peulenschil en binnen 10
minuten lagen we op een grindstrand. Ik heb gelukkig altijd een plastic harkje
bij me en zo maak ik onze “ligplaatsen” vrij van stenen en andere
ongerechtigheden. En ja, je auto parkeer
je 10 m verderop, zonder kans op een bon, want er is toch bijna niemand. Wat
een rust.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten